Ik had weer zo’n ochtend waarbij ik achter mijn bureau zat en bestookt werd met uitspraken van collega’s, waaronder:
‘De uitvinder van koffie moeten ze een standbeeld geven, een Oscar of de Nobelprijs, vind jij ook niet?’ Hierdoor dwaalde mijn blik af naar de andere bureaus, en toen viel het me op. Op alle bureaus lagen trofeeën; pennen, papier en op de hoek de ereprijs, boterhammen in doorzichtige plastic boterhamzakjes. Soms lag naast dit zakje een troostprijs: een appel of banaan. Van die mensen wist ik dat ze thuis nog iemand hadden zitten die om ze gaf, om ze dat mee te geven.
Ik had boterhamzakjes sinds de basisschool niet meer gezien. Tijdens de middelbare school aten we nog boterhammen die door onze ouders in een bruine zak werden verpakt. Kale ciabatta’s waren mijn lunch omdat ik geen gewone boterham kon eten. Ooit heb ik een trauma opgelopen omdat ik een jongetje zijn boterham zag eten nadat die nat was geworden door een lekkende melkbeker. Sindsdien heb ik alleen getoast brood of ciabatta’s aangeraakt.
Ik concludeerde dat wanneer iemand er dan toch voor koos om zijn eigen lunch mee naar werk te nemen, dat de mensen met boterhamzakjes zich het er wel heel gemakkelijk vanaf maakten. Het boterhamzakje was niet voor niets de ‘smartcasual’ variant van het broodtrommeltje. Boterhammen in een broodtrommeltje vroegen immers om een echte investering vooraf. Een trommeltje moest men eerst zelf gaan uitzoeken in de winkel. Het zou nog lastig blijken om de volwassen versie van een Winnie de Pooh broodtrommel te vinden. Met zo’n opdracht was iemand echt wel een uur op stap voordat iets geschikts gevonden was. Daarnaast kon het ook onmogelijk blijken om er een bijpassende drinkbeker voor te vinden.
Als ik heel eerlijk was, dan gaf ik toe heel jaloers te zijn op collega’s met boterhamzakjes. Zij beschikten over een ijzersterke discipline. In de ochtend stonden zij een kwartier vroeger op, en de avond van tevoren bedachten ze dat ze er een kwartier vroeger uit moesten. Dan kwam de belangrijkste beslissing: werd het ham, kaas of jam? Alles moest gesmeerd worden, netjes worden opgevouwen, een plastic zakje moest worden gezocht, vervolgens moest er een knoop om het zakje worden gemaakt, en er moest worden opgelet dat de boterhammen niet geplet werden door de laptop. Er zou dus veel werk worden verricht om te zorgen dat de boterham op z’n allerlekkerst was. Daarom vroeg ik me oprecht af; waarom kochten mensen niet gewoon een broodje?